hagen.buxus.website

Buxus doorheen de eeuwen

Al eeuwenlang is Buxus een veelgebruikte plant in de tuinarchitectuur.

De plant is bijzonder geliefd omdat men met weinig onderhoud mooie effecten kan creëren.

Het is een sterke plant die tegen een stootje kan en weinig gevoelig is voor ziektes en insecten.

Buxus staat bekend als een groenblijvende en traag groeiende plant die zich leent tot vormsnoei en gemakkelijk honderd jaar kan worden.

In de Romeinse tuinen werden de buxusplanten meestal in fantasierijke vormen gesnoeid door de tuinman, de topiarus, en deze snoeivorm wordt vandaag nog steeds topiary genoemd.

Heel wat uitheemse buxussoorten komen uit Japan en China waar buxus al lang voor onze tijdrekening in tuinen voorkwam.

In de Middeleeuwen verdween de belangstelling voor Buxus. Buxus werd vooral in de moestuin aangeplant om hongerige konijnen op afstand te houden.

De plant kent zijn hoogtepunt in de Italiaanse renaissancetuinen en in de Franse baroktuinen die vol staan met lage haagjes in geometrische vormen.

In de Engelse landschapstuin was minder ruimte voor buxus, maar de hedendaagse tuinliefhebber weet de plant weer te waarderen.

De Nederlandse naam palmboompje is misleidend. Buxus wordt vaak gebruikt om op palmzondag de palmtakken uit het evangelie te vervangen, maar heeft niks met palmbomen te maken.

Er wordt dan ook vaak onterecht verondersteld dat alle buxussoorten een mediterrane oorsprong hebben waardoor men gelooft dat zij een droge en zonnige plaats verkiezen.

Buxus sempervirens is echter een inheemse plant.

Zij komt in het wild voor in onze Waalse kalkstreken. Dit kun je nog horen in plaatsnamen zoals La Montagne aux Buis in de Famenne.

Buxus groeit prima in de zon, maar ook in de schaduw.

Het hout wordt graag gebruikt voor fijn houtsnijwerk (schaakstukken, mesheften, deurknoppen, …).